Praten met dieren

Inleiding
In bepaalde kringen horen we over ‘Praten met dieren’. We horen daar nauwelijks over ‘Praten met bomen’. In zekere zin is dit wel logisch want elke honden bezitter (m/v) praat met zijn/haar hond. En weer minder met zijn/haar kat. Kennelijk is een hond toegankelijker om mee te praten dan een kat, een koe of een boom. Of is het gewoon omdat een hond door de eeuwen heen meer gedomicilieerd is? Overigens behandelt een eigenaar zijn/haar hond in Nederland heel anders dan in China of Spanje. Cultuur gebonden, collectieve verandering, evolutie?
Nou zijn er altijd individuen die het anders doen of anders willen dan in de samenleving als normaal beschouwd wordt.
Voor deze personen is dit artikel geschreven !

Samenvatting
Hieronder beschrijf ik hoe het gekomen is dat ik op een gegeven moment met dieren gesproken heb. Met deze beschrijving is het mij wederom duidelijk geworden dat alles met alles te maken heeft en dat ik niet los van bepaalde ontwikkelingen tot het ‘praten met dieren’ was gekomen. Dit inzicht verwerk ik dan straks in de tips/adviezen die ik verderop beschrijven zal.

Eigen ervaring / ontwikkeling
Ik was 21 en raakte behoorlijk gespannen van de examens van de studie geneeskunde. Aan het einde van het derde studiejaar kon ik een week voor de examens ’s nachts niet meer slapen (wel een aantal uren ’s morgens als de vogels begonnen te zingen) en door een brok in de keel ook amper eten. Dat alles ging over meteen na de examens. Ik dacht dat het kwam door de dikke boeken die ik in m’n hoofd moest stampen. Mijn broer adviseerde me om Taiji te doen, de Chinese bewegingsleer in de vorm van zelfverdediging. De nadruk lag op ontspanning en zachtheid en je lichaam beter leren kennen. Bij de volgende examens drie maanden later was het probleem opgelost. Wat ik toen nog niet in de gaten had was dat daardoor mijn aandacht nogal verschoof van hoofd naar lichaam. In die bepaalde kringen wordt dan gezegd: ‘Ik zat meer in mijn lijf’.

Toen ik 25 was had ik een vriendin die Antroposofisch was. Ze vertelde me dat een berk vrouwelijk was en een eik mannelijk. Ja, dat kon ik wel zien. We gingen ook tegen bomen aan staan om hun energie te voelen. Warempel, inderdaad, ze voelen anders, jong of oud, stevig of zacht, mannelijk of vrouwelijk. Zou ik dat ook gevoeld kunnen hebben als ik nog niet zo ‘in mijn lijf zat’ ?
Die vriendin was ook behoorlijk paranormaal en leidde me in die wereld in. Jeetje, wat je dan meemaakt, vaak om van te huiveren…..
Zo begon ik met me te openen voor dingen die niet meteen zicht-, hoor- of meetbaar waren.
Meteen daarop volgde een individuele opleiding van 2 paranormale therapeuten. Ze zagen in mij een verhoogde gave daarin (ze zagen dat ik meer paranormaal was dan gemiddeld) en aangezien ik arts zou worden was het wel belangrijk om dit aspect bij mensen te leren herkennen omdat vaak mensen die meer zien en horen dan ‘normaal’ de diagnose psychose kregen. Of bij kinderen, dat ze dan niet serieus genomen worden. Deze opleiding van een jaar verbrede mijn wereldbeeld en inzicht: ik begon de verbondenheid tussen alle dingen te zien, te horen en te voelen.

Ik zal bijna 40 geweest zijn toen een vriendin op vakantie het boek ‘Gesprekken met de natuur’ van Michael Roads aan het lezen was. Af en toe las ik er ook in en warempel, het leek alsof de grassprietjes die in de wind zachtjes bewogen wat tegen mij probeerden te zeggen. Ik kon in elk geval hun gemoed, hun stemming voelen. En het ruizen van de bladeren in de wind? En het kabbelen van het beekje? En wat had die prachtige volle maan te zeggen op die stille avond?

Ook het mediteren wat ik deed vanaf ongeveer 25 jaar heeft me in contact gebracht met de stilte waarin meer is dan leegte. Daardoor heb ik geleerd om voelend te luisteren.
Tenslotte bracht Haptonomie (de leer van de tast/haptos) mij bij nog meer voelen op de tast, ook buiten mijn lichaam.

Er was een programma op TV van een vrouw die praatte met dieren. Ze loste in die 4 keer allerlei problemen op die de mensen met hun dieren hadden. Ik keek en luisterde er aandachtig naar, ik absorbeerde het. Er ging een wereld voor me open. Ze praatte uiteraard zonder verbale woorden maar in gedachten. Dat deed ik ook al met dieren en kinderen, maar wachtte nooit op antwoord.
Het was een keer voorgekomen dat ik ineens in een sprookjesachtige kinderwereld belandde toen ik m’n nichtje van 4 een verhaal vertelde. Of dat ik ineens de gevoelens van een ander in een ontspannen gesprek met z’n tweeën letterlijk beleefde, de angst of de verwarring in die bepaalde gevallen.

Ik moet midden in de 50 geweest zijn toen de oude kater begon te braken, pissen en poepen in huis. We dachten dat hij het niet meer kon ophouden. De jongere poes ging lekker meedoen. Beide beschouwde ik als dieren van mijn partner, dus ik deed er niets mee maar had er wel last van. Mijn vriendin probeerde het op te lossen maar het ging niet. Na 3 maanden kwam er iets in me op: als ik het nou eens ging proberen….
Zo gezegd, zo gedaan. Ik wachtte nou wel op antwoorden en die kwamen er. Sommige waren duidelijk en logisch, andere waren ‘dierengevoelens’, zou ik het zo kunnen benoemen? Dingen die voor een mens niet logisch zijn, maar waar wel naar geluisterd mag worden, net als bij een kind.
Ik merkte ook dat ze eisen gingen stellen en dat ik moest onderhandelen, en uiteraard waren zij afhankelijk van ons mensen, dus mochten ze water bij de wijn doen. Maar echt, op essentiële punten kon ik niet om hun verlangens heen, dat was mij duidelijk en het was dan ook niet zo moeilijk om er aan te voldoen. Na 3 dagen was het over met het poepen, pissen en braken in huis. Na een maand kwam het weer enigszins terug. Weer gepraat en toen was het voorgoed over.

2 punten waar zij mee zaten weet ik mij nog te herinneren en vertel ik hier. Uiteraard zijn het dingen die voor een mensen logica te bevatten zijn; daarom ook dat ik ze nog weet. De rest was voor mij niet te begrijpen en ben ik nu helemaal vergeten.
1. Als we een paar dagen weggingen groette mijn partner ze en zei: ‘passen jullie goed op het huis?!’. Je weet wel hoe dieren hun territorium aangeven…..
2. Er was veel aanloop bij ons in huis. We hadden een centrum waar groepen kwamen die 2 of meer nachten bleven en waar we dan voor de catering zorgden. Leden uit de groep kwamen dan het eten ophalen, de schalen terugbrengen of iets vragen wat ze nodig hadden enz. Daarnaast ook aanloop van cliënten waarbij wij nooit zo erg op de scheiding tussen praktijk en privé letten. Vaak genoeg bleven ze enkele dagen en we vingen mensen die het nodig hadden maanden op. Voor de katten was dit onrustig en soms bedreigend. Dus weer hun territorium aangeven en hoe doen ze dat??? Ik beloofde ze voortaan te waarschuwen als er mensen kwamen (logeren) en ik deed dat niet alleen, ik vertelde ze ook wíe er kwam; niet bepaald hun naam maar ik probeerde het gevoel van hun karakter naar de katten door te seinen.

De tijden daarna heb ik meer met dieren gepraat. Vogels, vliegen, hommels, wespen die binnen kwamen de weg naar buiten gewezen; dat ging perfect.
Verder was ik een keer een zak slazaad kwijt. Het moest ergens in de moestuin liggen dacht ik. De poes was daar ook vaak, op zichzelf. Al eerder had ik haar iets dergelijks gevraagd en kreeg daarop antwoord wat me hielp het ding te vinden. Deze keer kwam er geen antwoord. Ik vroeg het nog een keer. ‘Ik wijst het je’ zei ze. Nou, dacht ik, waar dan? Ze lag op haar buik met de ogen dicht zowat te dommelen. ‘Nou?’ vroeg ik. ‘Kijk dan even goed!’ Warempel, het zakje lag 2 cm onder haar kin, verweerd en door insecten geknaagd, dus niet meteen te zien.
Het was alsof de poes mij als een zenmeester op een essentiële waarheid wees: jullie mensen ook, met jullie drukke gedoe en gekwebbel; wees nou even stil en neem waar !!!

Aandachtspunten voor het ‘praten met dieren’
1. Je hebt daarbij je lichaam nodig en het voelen (wat je met je lichaam doet).
Hoe meer je opgeleid bent -ik bedoel hiermee mentale opleiding want zo zijn tegenwoordig de opleidingen- hoe moeilijker het wordt. Een eenvoudige analfabeet waarbij de ratio minder ontwikkeld is en die lichamelijk arbeid doet ‘praat’ zonder dat hij zich daarvan bewust is met zijn omgeving. Een hoog opgeleide daarentegen mag eerst naar zijn lichaam en zijn gevoel gaan, maar als hij dan daarna met zijn omgeving kan praten dan kan hij dat ook uitleggen en doorgeven. Michael Roads is zo een; die vrouw die op de TV met dieren praatte ook; en ik. Maar ik weet wel dat anderen het ook doen, al hebben ze het er niet over. Daarvoor kijk en voel ik naar die ‘eenvoudige’ mensen waar ik meestal veel waardering voor heb.
2. Het zou goed zijn om iets aan ‘spiritualiteit’ te doen om stil te kunnen worden, (je meningen) te kunnen relativeren en het grotere geheel te kunnen overzien. Meestal is dit dan het doel en het genezend vermogen (Jezus, zijn leerlingen, Boeddha, zijn leerlingen hadden allen genezend vermogen), het voorspellen en of het praten met dieren een bijkomstigheid.
3. Je moet het ook willen of de noodzaak ervan inzien zoals bij mij het geval was.
4. Je moet durven buiten je meningen en vastgestelde normen en waarden te gaan. Dieren hebben ‘andere ideeën’ dan wij mensen.
5. Je gaat leren onderscheiden wanneer het je eigen invullingen zijn en wanneer antwoorden vanuit het dier. Dat lukt in het begin niet, maar gaandeweg zie je aan wat er verandert en aan het resultaat wanneer het het laatste is.
6. Als ik heel goed luister is het net alsof ik voel, en als ik heel goed voel (bijvoorbeeld met mijn hand op iemand) dan is het net alsof ik luister. Soms heb ik daarbij het zien nodig, maar ik laat het kijken niet domineren. Neutraal zien dus zonder invullingen, bijna dromend, starend. Zeg nou niet ‘wat bedoel je nou?’ maar probeer heel aandachtig te luisteren. En ga dan ook met je aandacht naar de plek waar het geluid vandaan komt.

Nou, misschien heb je hier wat aan. En weet dat eenieder daar zijn eigen weg in heeft te gaan en te ontdekken. Ieder praat ook op haar eigen manier met dieren.

Nawoord
We logeerden bij vrienden kort na het gebeuren met de katten. We zaten aan tafel na te ontbijten toen de dochter van 13 beneden kwam, nog slaperig net uit het bed merkte ik meteen. Maar vader niet en die vroeg al gauw: ‘moet je niet de konijn doen?’. ‘Doe ik straks’ was het antwoord en meteen was er spanning want de vader herhaalde wat de dochter beloofd had als ze een konijn zou krijgen.
Ik was wakker maar werd door deze interactie nog wakkerder. Jeetje, dacht ik, zo gaat dus de communicatie vanuit het hoofd! Als hij zonder verbale woorden had gecommuniceerd met zijn dochter en haar signalen had gestuurd richting de konijn doen, had hij haar gemoedstoestand gevoeld en aangevoeld dat ze er nog niet aan toe was. Bovendien zou hij gevoeld hebben dat het al wel in haar systeem zat, maar dat ze nog even nodig had om bij te komen of wakker te worden. En dan had hij haar begrepen en er geen probleem van gemaakt.

Die ontwikkeling van het praten met dieren heeft mij verder gebracht in het aanvoelen, begrijpen en aanvaarden van (het gedrag van) mensen of de toestand waarin ze zich bevinden. [Zoals in bovenstaand verhaal met de konijn]
Het is een groot woord maar langzaam ga ik aanvoelen wat compassie betekent en waar het vandaan komt. Je kunt niet zo maar een mens met compassie zijn; het is een hele ontwikkeling.